Hoe werkt de verleggingsregeling voor onderaannemers?

Een zelfstandige ondernemer die in de bouw werkt, krijgt waarschijnlijk regelmatig te maken met het uitvoeren van klussen voor andere bedrijven. Voor het maken van facturen en de btw gelden daarvoor speciale regels: de verleggingsregeling voor onderaannemers. In dit artikel leggen we uit hoe het btw verleggen als onderaannemer precies werkt.

Een zelfstandige ondernemer is verplicht om een boekhouding bij te houden en de btw af te dragen. Alleen in de bouw werkt dat net even anders dan bij “reguliere” zzp’ers. De verleggingsregeling houdt in dat onderaannemers voor hun arbeidsuren geen btw op hun factuur in rekening brengen, maar deze moeten verleggen.

Btw verleggen als onderaannemer geldt echter enkel in bepaalde branches. Namelijk in de scheepsbouw, metaalconstructie, confectie-industrie, de bouw, schoonmaak en hoveniersbranche. Dit zijn branches waar fysieke werkzaamheden worden verricht aan onroerende zaken (bijvoorbeeld gebouwen of schepen).

Als onderaannemer heeft men een overeenkomst met een andere ondernemer die niet de hoofd-opdrachtgever is. In dat geval moet de btw naar die ondernemer toe verlegd worden. Het is belangrijk dat de btw dus niet naar de hoofd-opdrachtgever verlegd wordt. Op de facturen naar opdrachtgever wordt dan niet het btw-bedrag vermeld, wel dient er op de factuur vermeld te worden dat de verleggingsregeling van toepassing is. Daarnaast dient het btw-nummer van de andere ondernemer waar de btw naartoe verlegd wordt vermeld te worden. Let wel op: ondanks dat er geen btw op de facturen berekend wordt, dient de verlegde btw wel opgegeven te worden in de btw aangifte.

TIP: btw wordt altijd verlegd over het totale bedrag dat in rekening wordt gebracht. Dit kunnen naast (arbeids)werkzaamheden ook andere vergoedingen zijn, zoals reiskosten.

De verleggingsregeling in de btw is in de bouwwereld een bekend begrip. De verschuldigdheid van de omzetbelasting wordt verlegd van de onderaannemer naar de aannemer. Toch gaat het in de praktijk nog wel eens fout. Indien een onderaannemer ten onrechte de verleggingsregeling niet toepast, kan de hoofdaannemer in de problemen komen. Hij kan dan formeel de in rekening gebrachte btw niet terugvorderen. Het is daarom zaak dat de aannemer erop toeziet dat de onderaannemer de regeling toepast. Gebeurt dit niet, dan dient een nieuwe factuur opgesteld te worden.

De verleggingsregeling is van toepassing indien de onderaannemer op de bouwplaats werkzaamheden verricht aan het object of zelf ter plekke een werk van stoffelijke aard of een tastbaar product vervaardigd.

Extra regels

Er wordt een dienst geleverd en er worden werkzaamheden op de bouwplaats verricht (bijvoorbeeld door een timmerman): de btw wordt verlegd.

Er worden naast werkzaamheden, ook goederen geleverd en deze zijn relatief laag in prijs (bijvoorbeeld door een schilder die zijn eigen verf gebruikt): de btw wordt verlegd.

Er worden duurdere goederen geleverd en de kosten voor het installeren daarvan zijn lager dan de goederen (bijvoorbeeld leveren en plaatsen van een zonwering): er geldt géén verleggingsregeling.

Er wordt geen fysieke arbeid verricht op de bouwplaats (bijvoorbeeld een architect, hij komt wel kijken en inmeten, maar maakt zijn bestek en tekeningen op zijn eigen kantoor): de btw wordt NIET verlegd.

Er worden alleen goederen afgeleverd: de btw wordt NIET verlegd.